-
1 gillen
1 [met betrekking tot personen/dieren] 〈voornamelijk pijn of angst; ook vreugde, lachen〉 scream ⇒ 〈 in het bijzonder krijsen, gieren〉 screech, 〈 voornamelijk varkens, kinderen; ook vreugde, opgewondenheid〉 squeal, 〈voornamelijk schril krijsen; lachen〉 shriek♦voorbeelden:gillen als een mager varken • squeal like a (stuck) pigII 〈 overgankelijk werkwoord〉
Перевод: с нидерландского на английский
с английского на нидерландский- С английского на:
- Нидерландский
- С нидерландского на:
- Английский